Dorpsraad Nieuwdorp

Bij het sinteren (bakken)  van fosfaaterts komen verschillende  stoffen vrij. Een deel wordt benut of weggevangen en een deel komt, na het passeren van gaswassers, uit de schoorsteen in de buitenlucht.  Deze vrijkomende stoffen of emissies zijn grofweg in 3 groepen te verdelen:

 

1. Het effect van de blauwe rook is hinderlijk maar kortdurend.

2. Voor de uitstoot van zware metalen heeft Thermphos in 2010 de toegestane hoeveelheid voor cadmium en zink  overschreden (in de vergunning is een totale hoeveelheid in kilo’s per jaar opgenomen). Door teveel cadmium in te ademen kunnen longproblemen ontstaan. Wanneer men het met voedsel binnen krijgt in te grote hoeveelheid kunnen nierfunctiestoornissen optreden en botontkalking. Bij zwangeren kan het de placentafunctie verstoren (net zoals sigarettenrook dat ook cadmium bevat).

3. Het verraderlijkste zijn de dioxines. De norm is erg laag en wordt uitgedrukt in nanogrammen. Dat is 9 cijfers achter de komma. Als het 10 x zoveel is merken we nog steeds niets maar het gaat zich ophopen in de bodem. Als er veel  in de bodem zit komt het in de gewassen. Als de koeien dat gras eten komt het in de melk. Het komt in het vetweefsel en de melk van dieren. Vooral vet varkensvlees en vet kippevlees. Als de mensen groenten van vervuilde bodem eten en melk en spek van dieren die op vervuilde bodem gegraasd hebben, dan krijgt de mens dioxine binnen. Is dat een zwangere die dus groei geeft aan een nieuw mensje dan gaan deze stoffen naar het snel groeiende lijfje toe. De jonge baby krijgt met de moedermelk daarna ook nog een portie binnen. Deze baby’s krijgen dus een meetbare portie binnen nadat het al jaren in de grond voorkomt. Deze kinderen lijken vaker diabetes te krijgen, hebben soms minder witte bloedcellen en de borstontwikkeling bij meisjes is vertraagd. Dit komt dus pas na vele jaren uitstoot te voorschijn. 

Bodemmonsters geven dus een belangrijke aanwijzing voor het gevaar in de toekomst. In 2009 heeft het RIVM in het argrarische gebied monsters genomen. In de bodem en in de melk van het onderzochte vee zijn geen verhoogde dioxinegehaltes gevonden.

Het is dus zaak dat er regelmatig ook bodemmonsters genomen worden.